GROOTSTE POPPENHUIS VAN NEDERLAND

Gisteren waren Frouke Roukema (alias Anna Habina van Lewe) en Tineke Neyman (alias Maria Brunsveld / coördinator) op bezoek in het Drents Museum voor een afspraak met Albert Kool.

12729204_494976310705041_5648844210416220611_n


De allerleukste
Albert is de drijvende kracht achter ‘het grootste poppenhuis van Nederland’. Kort gezegd biedt ‘het grootste poppenhuis’ je als bezoeker de gelegenheid om rond te lopen door het huis van de 18e eeuwse notabele Johannes van Lier en zijn gezin. En mocht u nou direct gaan denken aan muffe, stoffige stijlkamers, vergeet het maar! Na gisteren durven we gerust te zeggen dat ‘het grootste poppenhuis’ de allerleukste museale presentatie van stijlkamers in Nederland is.

Bedrijfsspionage
Het begint al bij de ingang. In de zes kamers van een héél groot poppenhuis staan zes poppen. Van meneer Van Lier zelf tot aan de keukenmeid. Op een scherm ernaast kun je aanklikken wie je wilt ontmoeten. In een kort filmpje stellen de personages zich stuk voor stuk aan je voor. Daarna kies je een personage dat je rond gaat leiden door het huis. Wij kozen voor Barbara, de ietwat nuffige dochter des huizes. Wij willen namelijk wel eens weten hoe ze dat in het Drents Museum doen, een educatief verhaal vertellen met behulp van historische personages in kostuum. Wij kwamen, kortom, voor een staaltje onvervalste bedrijfsspionage.


12744637_494976364038369_4954618142590713549_nBezoek van de stadhouder

Zodra we de eerste kamer binnen stappen, zien we vanuit onze ooghoeken opeens Barbara in de spiegel verschijnen. Haarscherp en in vol ornaat. Alsof ze bij ons in de kamer staat. Ze heet ons welkom en maakt haar excuses voor de rommel op de tafel: het banket ter ere van het bezoek van de stadhouder is net afgelopen. Braaf als we zijn, blijven we midden op het tapijt keurig naar haar staan luisteren. Totdat educatief medewerker Albert ons uitnodigt om aan tafel te gaan: “Ja hoor, doe maar, mag gerust. Je mag álles hier aanraken en uitproberen”.

Educatieve uitleg en weetjes
Glunderend zitten we aan de 18e eeuwse tafel. Achter borden met botjes en stukjes tuinbonen, zilveren bestek, verfrommelde servetten, glazen met restjes wijn… “Alles staat los, pak het maar gerust op”, moedigt Albert ons aan. En intussen wijst hij ons op de lakzegels die her en der verstopt in de kamer hangen. Als je er aan trekt, komen er bordjes met korte, educatieve uitleg en weetjes tevoorschijn. Hij trekt laden van kasten open: “Je mag overal in kijken”.

12764527_494976260705046_6000146190787400938_oWe worden steeds driester
Hoe verder we lopen, hoe driester we worden. We merken op hoe in elke ruimte een andere geur hangt.  Soeplucht in de keuken, tabaksrook en sandelhout in de herenkamer…. Albert legt uit dat elke kamer zijn eigen geur heeft. Intussen bekijken wij de open haarden die bedrieglijk echt lijken (“lampjes en waterdamp”). We lopen langs een trappengat en horen de wasvrouw op zolder zingen. We ruiken de rozengeur in de dameskamer en terwijl we er een verfijnd kantkloswerkje bewonderen (“er komt geregeld een mevrouw om het even bij te werken”) horen we de dames achter onze rug zachtjes roddelen terwijl ze met zilveren lepeltjes in porseleinen theekopjes roeren. We worden steeds driester. Trekken laatjes open, vinden briefjes, bladeren in oude boekjes. In de herenkamer ben ik inmiddels zover dat ik achter het bureau van meneer Van Lier durf te gaan zitten, met zijn ganzenveer in de aanslag. Intussen staart Frouke peinzend naar een opvallend hoge, rode stoel. “De stoel van de stadhouder” legt Albert uit. “De originele 18e eeuwse stoel”. Froukes ogen beginnen te glimmen. “En mag je daar….?”, wijst ze ongelovig. Het mag. Twee tellen later zit ze er. Een beetje beduusd. Op de stoel waarop zo’n 250 jaar geleden de stadhouder zat als hij vergaderingen van de provi12742845_494976340705038_9188940335372914547_nncie bijwoonde.

Vraag het Albert
Kijken, luisteren, ruiken, voelen…. Het kan en mág allemaal, daar in het poppenhuis. Anderhalf uur later zijn we diep onder de indruk van de kennis, de liefde, de zorg én van het overduidelijke plezier dat er in de presentatie gestoken is. En ook van de manier waarop Albert gul zijn informatie met ons deelt. Hij blijkt een schat aan informatie paraat te hebben die voor ons project ‘Rondom Piccardt’, dat zo’n 60 jaar eerder speelt, héél bruikbaar is. Wat de rijken aten, hoe de keukenmeid haar pannen schoonmaakte, welke mode de dames volgden, vraag het Albert en hij weet het.

Familie van Lier
Boven laat Albert ons de kostuums van de spelers zien. Want behalve virtueel zijn de personages uit het huishouden van de familie Van Lier tijdens schoolbezoeken en vakanties ook regelmatig ‘live’ in het Poppenhuis aanwezig.

Stichting Oud Oranje
De kostuums zijn werkelijk prachtig. Glanzende en geborduurde stoffen ritselen onder onze handen. Elk zoompje, elk detail is zorgvuldig afgewerkt. Geen wonder, want de man die ze zo liefdevol vasthoudt is ook de drijvende kracht achter de Stichting Oud Oranje, die shows met historische kostuums organiseert.

Voorzichtig opperen we de vraag of Oud Oranje misschien voor ons project ‘rondom Piccardt…’ De ogen van Albert beginnen te glimmen…     (wordt vervolgd)